Vorige donderdag zorgde een voorstel van de Italiaanse minister van Onderwijs, Giuseppe Valditara, voor ophef in Italië.
Hij stelde voor om vanaf 2026-2027 het lezen van de Bijbel in te voeren in het lesprogramma van basisscholen, waarbij hij benadrukte dat het niet vanuit een religieus, maar cultureel perspectief zou worden onderwezen.
Hoewel de maatregel wordt gepresenteerd als een cultureel initiatief, roept het vragen op over de scheiding van kerk en staat op school.
Het idee om de Bijbel als cultureel erfgoed te verspreiden, roept met name vragen op over de mogelijkheid om deze tekst op een ‘neutrale’ en seculiere manier te behandelen, zonder er een ideologische, met name religieuze benadering in te brengen.
Verschillende critici wijzen op een verlangen van extreemrechts, belichaamd door de regering van Giorgia Meloni, om de christelijke culturele hegemonie te herbevestigen in een context waar secularisme een fundamenteel principe blijft in Italië.
Dit initiatief past in een breder debat over de plaats van religie in de openbare ruimte, waar de opkomst van islamofobie en racisme ook centrale kwesties zijn, op een moment dat Europa met name te maken krijgt met groeiende identiteits- en culturele spanningen.