Op 27 september heeft de Raad van State (hoogste Franse administratieve rechtbank) een lang verwachte beslissing genomen: of het verbod op ‘abaya’s’ op school wel of niet in overeenstemming is met de wet. Dit verbod werd in september 2023 uitgevaardigd door een dienstnota van Gabriel Attal, toen minister van Onderwijs, en betreft ‘het dragen van abaya-achtige kleding’ door leerlingen in openbare scholen, die zou neerkomen op een opzichtige uiting van religieuze overtuiging, verboden door de wet van 2004.
Deze dienstnota werd vorig jaar aangevochten door verschillende mensenrechtenorganisaties in spoedprocedures zoals het référé-liberté, dat door de Raad van State werd afgewezen.
Op 27 september heeft het hof zich over de inhoud uitgesproken en geoordeeld dat de dienstnota van Gabriel Attal niet onwettig was en integendeel in lijn was met de geest van de wet van 15 maart 2004 over het verbod op het dragen van opzichtige religieuze symbolen in scholen.
Maar wat is een ‘abaya-achtige outfit’? Dat is de grote vraag die het hele land zich al een jaar stelt, na talrijke misbruiken door schoolhoofden die bepaalde kledingstukken willekeurig verbieden als ’te lang’ en alleen voor moslimstudenten of degenen die als zodanig worden gezien.
Deze beslissing van de Raad van State is een gevaarlijke stap voor individuele vrijheden in de richting van een steeds gewonere islamofobie.
Het CCIE (Collectief tegen islamofobie in Europa) heeft op X voorbeelden gedeeld van gevallen waarin middelbare scholieren op een volledig willekeurige manier de toegang tot de les is geweigerd.
Lees: persbericht van de Raad van State
