Assia gaat met d’r kids op vakantie naar Zuid-Frankrijk. Ze heeft een huisje gehuurd vlakbij ’t strand en wil graag met d’r kinderen gaan zwemmen, maar ze is bang dat een bedekkend badpak verboden is. Ze vraagt zich ook af of hetzelfde geldt voor ’t recreatiegebied waar ze daarna naartoe gaat.
Wat is een bedekkend badpak?
Een bedekkend badpak, door sommigen ook wel ‘burkini’ genoemd, is een driedelig badpak dat je in staat stelt te zwemmen met respect voor de hygiëne- en veiligheidsregels. ’t Bijzondere eraan is dat ’t uit drie delen bestaat. Net als alle andere badpakken bestaat ’t uit een mix van elastaan (lycra) en polyamide (nylon).
Wat zegt de wet?
- Geen enkele wet verbiedt ’t dragen van een bedekkend of driedelig badpak
Het dragen van zo’n outfit is niet in strijd met enige wettelijke bepaling. Er wordt namelijk niet naar verwezen in de wetgevende en regelgevende bepalingen van de Volksgezondheidswet (artikelen L. 1332-1-1 en volgende en D. 1332-1 en volgende) of de Sportwet (art. L. 322-1 en volgende en R. 322-1 en volgende), die betrekking hebben op de hygiëne- en veiligheidsregels voor zwemgelegenheden.
- ’t Verbieden van een bedekkend badpak is een schending van de fundamentele vrijheden zoals de bewegingsvrijheid en de kledingvrijheid.
Kledingvrijheid is een vrijheid die gegarandeerd wordt door ’t Franse interne recht, maar ’t is ook een recht dat beschermd wordt door verschillende internationale en Europese teksten.
Bijvoorbeeld:
- Artikel 10 van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger stelt dat “niemand lastig gevallen mag worden vanwege zijn opvattingen, zelfs niet religieuze, zolang de uiting ervan de openbare orde zoals bij wet vastgesteld niet verstoort”;
- Deze kledingvrijheid wordt gegarandeerd door ’t fundamentele recht op privacy in de zin van artikel 8 van ’t Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat ” de fysieke, psychologische en sociale identiteit van een individu” omvat, evenals de kledingkeuze van individuen, (EHRM 1 juli 2014 (GK) S.A.S. t. Frankrijk, nr. 43835/11 / Beslissing van de Commissie in de zaak McFeeley en anderen t. Verenigd Koninkrijk, nr. 8317/78, / Beslissing van de Commissie van 15 mei 1980, DR 20, p. 44, § 83, en Kara t. Verenigd Koninkrijk, nr. 36528/97) .
Kledingvrijheid kan alleen onder bepaalde voorwaarden worden beperkt:
- Deze beperkingen moeten worden opgelegd met een specifiek, legitiem doel en in verhouding staan tot ’t beoogde doel. Ze moeten dus gebaseerd zijn op :
- redenen van hygiëne en veiligheid of
- redenen gerelateerd aan ’t handhaven van de openbare orde.
- Deze beperkingen mogen niet discriminerend zijn: ze mogen niet direct of indirect gericht zijn op een bepaalde religie.
Daarom is ’t principe dat ’t dragen van een bedekkend badpak legaal is in de openbare ruimte, vooral op stranden.
Hoe zit ’t met gemeentelijke of privé zwembaden, gemeentelijke badhuizen?
’t Is niet ongebruikelijk dat ’t dragen van een driedelig badpak verboden is in ’t huisreglement van deze instellingen, vooral op basis van hygiëne- en veiligheidsredenen. Zo’n verbod is niet gerechtvaardigd en kan betwist worden voor elke zwemgelegenheid, ongeacht de grootte, of ze nu privé of openbaar zijn, behalve voor zwembaden voor persoonlijk gebruik van een familie, thermale baden of strikt medische zwembaden. Alle geldende regelgevende normen hebben betrekking op de waterkwaliteit en niet op de kleding van de zwemmers.
Daarom zou er geen reden zijn om ’t dragen van een meer bedekkend badpak te verbieden om redenen van hygiëne en veiligheid.
Bovendien is ’t verbod op ’t bedekkende badpak op basis van ’t principe van secularisme of neutraliteit ook betwistbaar.
In een brief van 15 mei 2018 heeft de Juridische Afdeling van ’t Ministerie van Sport namelijk aangegeven met betrekking tot instellingen die watersporten en zwemactiviteiten organiseren dat: ” Mensen die deze zwembaden gebruiken kunnen worden beschouwd als gebruikers van een openbare dienst, waarvoor geen beperkende wetgeving bestaat met betrekking tot het dragen van kleding die als religieus kan worden beschouwd. De uiting van gewetensvrijheid heeft dus voorrang, zolang het de openbare orde niet verstoort. ». (Beslissing van de Ombudsman nr. 2018-303 van 27 december 2018).
Dus, noch veiligheids- of hygiëneredenen, noch een neutraliteitsprincipe dat niet van toepassing is op gebruikers van een openbare dienst, kunnen een verbod op deze bedekkende zwemkleding rechtvaardigen.
Wat te doen in geval van een verbod?
- Controleer de wettelijke basis van het verbod: huisregels, gemeentelijke verordening of anders.
Sommige gemeentelijke verordeningen die het dragen van bedekkende zwemkleding op stranden beperken, zijn gebaseerd op artikel L. 2213-23 van het Wetboek van lokale overheden, dat stelt dat «de burgemeester toezicht houdt op het zwemmen en wateractiviteiten…».
- Controleer de redenen voor het verbod (veiligheid, hygiëne, verstoring van de openbare orde, neutraliteit, etc.).
- Dien een vriendelijk verzoek in bij de auteur van de weigeringsbeslissing:
- Door de beslissing van de Raad van State af te drukken en te tonen die consequent herhaalt dat verordeningen die de toegang tot stranden verbieden vanwege het dragen van de burkini illegaal zijn. Daarbij benadrukkend dat deze zwemkleding op zich geen verstoring van de openbare orde vormt of tekortkomingen in hygiëne en veiligheid veroorzaakt (Raad van State, 27 augustus 2016, nr. 402742; Raad van State, 27 september 2016, nr. 403578). Bovendien heeft de Raad van State een ernstige en kennelijk onwettige schending van fundamentele vrijheden aan de kaak gesteld, namelijk de vrijheid van beweging, de gewetensvrijheid en de persoonlijke vrijheid.
- Door ook de beslissing van de Ombudsman mee te nemen: in een zaak betreffende VVF Villages de Montagnac die een klant weigerde te zwemmen in het zwembad van de instelling met een driedelig zwempak, concludeert de Ombudsman dat: « ook al bedekt het het lichaam grotendeels, de burkini kan niet worden gelijkgesteld aan straatkleding, zoals zwemshorts, aangezien het juist is ontworpen om in te zwemmen: dus lijken noch de veiligheid, noch de hygiëne van de zwemsters a priori bedreigd (…). Bovendien staan verschillende zwembaden het dragen van de burkini toe. (…)». (Beslissing van de Ombudsman nr. 2018-303 van 27 december 2018).
- Dien een hiërarchisch beroep in
Het hiërarchisch beroep is gericht aan de administratieve autoriteit die hoger is dan die van de auteur van de beslissing.
Voorbeeld: een hiërarchisch beroep kan worden gericht aan een prefect tegen de beslissing van een burgemeester.
Het is mogelijk om een hiërarchisch beroep in te dienen zonder eerst een vriendelijk verzoek te hebben ingediend of zonder te wachten op het antwoord op het vriendelijke verzoek.
Je moet binnen de gestelde termijnen handelen zodat je verzoek niet wordt afgewezen. Over het algemeen moet het beroep worden ingediend binnen twee (2) maanden na:
- De kennisgeving van de betwiste beslissing, wanneer het een individuele handeling betreft waarvan de verzoeker de ontvanger is; of
- De publicatie in het geval van een regelgevende of individuele handeling waarvan de begunstigde een derde is (voorbeeld: publicatie van een “anti-burkini” verordening).
- In geval van mislukking, dien je ofwel een kort geding in, ofwel een beroep wegens machtsmisbruik bij de administratieve rechtbank, maar alleen als het verbod een openbaar strand of een openbare badinstelling betreft.
- Schakel de Ombudsman in om discriminatie te melden: Klachtenformulier | Ombudsman
- Dien een klacht in wegens discriminatie.
- Neem contact op met Equitas die je kan begeleiden bij je stappen.