Opleidingscentra en religieuze tekens

Sarah wil een beroepsopleiding doen bij een opleidingsinstituut. Haar aanvraag is goedgekeurd, maar als ze zich bij de receptie meldt, wordt ze aangesproken door de directeur die haar vertelt dat ze de opleiding niet kan volgen met een hoofddoek. Ze verwijst naar het huishoudelijk reglement waarin staat: ‘In toepassing van het beginsel van secularisme is het dragen van opvallende tekenen van religieuze overtuiging strikt verboden, ongeacht de plaats van opleiding.’

Een opleidingscentrum is een door de staat (DREETS) erkende organisatie die bevoegd is om initiële of voortgezette beroepsopleidingen te verzorgen.

Opleidingscentra worden gekenmerkt door een verscheidenheid aan situaties van het ontvangen publiek en beherende organisaties.

Ze kunnen openbaar of privé zijn. Ze kunnen worden geleid door consulaire kamers, de Kamer van Koophandel en Industrie, de Kamer van Ambachten en Handwerk, maar ook door het Ministerie van Onderwijs, diverse openbare instellingen of zelfs grote bedrijven, enz.

Het kan met name gaan om opleidingen verzorgd door een GRETA of een CFA.

Wat zegt de wet?

Godsdienstvrijheid is een wettelijk vastgelegd principe en elke vorm van discriminatie is verboden, met name discriminatie op grond van werkelijke of vermeende religieuze overtuiging.

  • Zo verbiedt de Europese richtlijn 2000/78 EG van de Raad van 27 november 2000, tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, discriminatie op grond van godsdienst, ook door overheidsinstanties, bij de toegang tot alle soorten en alle niveaus van beroepsopleiding.
  • De bepalingen van richtlijn 2000/78 zijn in Frans recht omgezet in wet nr. 2008-496 van 27 mei 2008 houdende diverse bepalingen ter aanpassing aan het Gemeenschapsrecht op het gebied van de bestrijding van discriminatie. Artikel 2-2 van deze wet bepaalt dat:

Elke directe of indirecte discriminatie op grond van (…) godsdienst of overtuiging, (…) is verboden op het gebied van (…) beroepsopleiding en werk (…).
Dit beginsel staat niet in de weg aan verschillen in behandeling op de in de vorige alinea genoemde gronden wanneer deze beantwoorden aan een wezenlijke en bepalende beroepsvereiste en voor zover het doel legitiem en de eis evenredig is;

  • Bovendien verbiedt het Wetboek van Strafrecht (art. 225-1 en 225-2) discriminatie wanneer deze bestaat uit het weigeren van de levering van een goed of dienst, of het onderwerpen van de levering van een goed of dienst aan een voorwaarde die met name gebaseerd is op het al dan niet behoren tot een godsdienst, werkelijk of verondersteld.
  • Het begrip levering van goederen of diensten is breed en omvat alle economische activiteiten, met name de toegang tot een betaalde beroepsopleiding (Besluit van de Halde nr. 2009-402 van 14.12.09).
  • Bijgevolg vormt een opleidingscentrum dat het dragen van een hoofddoek verbiedt, een religieuze discriminatie wat betreft de levering van een dienst in de zin van artikelen 225-1 en 225-2 van het Wetboek van Strafrecht, artikelen 2-2 en 2-3 van wet nr. 2008-496 van 27 mei 2008, zoals gewijzigd, houdende diverse bepalingen ter aanpassing aan het Gemeenschapsrecht op het gebied van de bestrijding van discriminatie (Besluit van de Ombudsman nr. 2018-013).
  • In geval van een stage in een bedrijf als onderdeel van je opleiding, kun je de fiche over stages in bedrijven raadplegen.

Wat moet ik doen?

Als je de toegang tot een beroepsopleiding wordt geweigerd vanwege het dragen van een religieus teken:

  • Eis een schriftelijke en gemotiveerde kennisgeving van de weigering die je wordt tegengeworpen.
  • Raadpleeg het huishoudelijk reglement van het opleidingscentrum om kennis te nemen van eventuele onwettige bepalingen.
  • Als geen enkele bepaling van het reglement melding maakt van een verbod op het dragen van religieuze tekens, is er sprake van discriminatie die moet worden aangeklaagd.
  • Het huishoudelijk reglement van een opleidingscentrum dat het dragen van religieuze tekens zou verbieden, is discriminerend en moet als zodanig worden aangeklaagd om door de administratie te worden gewijzigd.
  • Als het verbod niet verband houdt met bijzondere omstandigheden in verband met de naleving van hygiëne-, veiligheids- of openbare orde-regels, kun je de uitspraken van de HALDE of de Ombudsman, die zich in soortgelijke zaken hebben uitgesproken, aan de directie van het opleidingscentrum voorleggen.
  • Als de leiding van het opleidingscentrum blijft weigeren, dien dan een bezwaar in bij hen en schakel de Défenseur des droits in.
  • Neem contact op met Equitas, die je juridische hulp zal bieden en je zal ondersteunen bij je verschillende stappen.

TOEPASSELIJKE REFERENTIES:

Artikelen, wetten, circulaires, richtlijnen: Artikel L. 141-5-1 van de Onderwijswet voortkomend uit wet nr. 2004-228 van 15 maart 2004; circulaire van het Ministerie van Onderwijs nr. 2004-084 van 18 mei 2004; wet nr. 2008-496 van 27 mei 2008 met diverse bepalingen voor aanpassing aan het Gemeenschapsrecht op het gebied van de strijd tegen discriminatie (art.2-2); Artikelen 225-1 en 225-2 van het Wetboek van Strafrecht; Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000.

Verdragen : Art. 10 van de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger van 1789; Art. 9 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; Artikelen 18 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966.

Jurisprudentie : CE, 27 november 1996, nr. 170209; HvJ EG 13 februari 1985 Gravier t/ Stad Luik, zaak 293/83; TA Parijs 5 november 2010, nr. 0905232; TA Caen 5 april 2013, nr. 1200934; CA Parijs, 8 juni 2010, nr. 08-08286.

Besluiten : Besluiten van de Halde nr. 2009-402 en 2009-403 van 14.12.09; Besluit van de HALDE nr. 2011-36 van 21 maart 2011; Besluit van de Défenseur des droits nr. 2018-013; Défenseur des droits MLD-2015-216; Défenseur des droits nr. 2018-126; Défenseur des droits nr. 2018-287; VN-Mensenrechtencomité, 14 maart 2022, CCPR/C/134/D/2921/2016.

Op 4 mei 2025, tijdens de Belgische bekerfinale tussen Club Brugge en RSC Anderlecht, pleegden Brugse hooligans gewelddaden in Sint-Jans-Molenbeek en Jette. (...)
Deze woensdag heeft de bestuursrechter in Lille het besluit van de prefect van Nord om het associatiecontract tussen de particuliere moslimschool Averroès en de Franse staat te verbreken, ongeldig verklaard. (...)