Wat zegt de wet?

Smaad wordt geregeld door de wet van 29 juli 1881 over persvrijheid, die persmisdrijven bestraft en betrekking heeft op alle communicatiemiddelen, inclusief internet.

Smaad is het beweren of beschuldigen van een feit dat iemands eer of aanzien aantast, zelfs als de bewering vermomd of twijfelachtig is, of als het wordt geïnsinueerd (art. 29 van de wet van 29 juli 1881). Smaad kan ook gericht zijn op een groep niet bij naam genoemde maar identificeerbare personen.

Het feit in kwestie moet nauwkeurig genoeg zijn om geverifieerd te kunnen worden. Als de beschuldiging geen verifieerbaar feit is, valt de bewering onder belediging.

Het verschil tussen smaad en belediging:

  • Belediging is een beledigende uiting gericht aan een persoon die geen specifiek feit vereist.
  • Smaad bestaat uit het toeschrijven van een feit aan een persoon dat diens eer aantast.

Om smaad te kenmerken, moeten dus twee voorwaarden worden vervuld:

  • De toerekening van een specifiek feit aan een persoon of groep, wat moet worden onderscheiden van wat onder een mening valt;
  • Dit feit moet de eer of het aanzien van de beoogde persoon of groep aantasten.

Het opzettelijke element wordt dan verondersteld door het simpele bestaan van dit materiële element.

Smaad kan racistisch, seksistisch, homofoob of gehandicaptenfoob zijn (decreet nr. 2017-1230 van 3 augustus 2017 betreffende niet-openbare ophitsing, smaad en beledigingen met een racistisch of discriminerend karakter).

Openbare smaad

Openbare smaad is smaad die kan worden gehoord of gelezen door een publiek dat vreemd is aan de dader. Dit is het geval bij uitspraken gedaan op straat, in een openbare toespraak, gepubliceerd in een krant of op een website. Het maakt niet uit wat het medium is, het kan gaan om tekeningen, gravures, schilderijen, emblemen of zelfs afbeeldingen.

Uitspraken op sociale media kunnen worden beschouwd als openbare smaad, als ze worden verspreid op een voor iedereen toegankelijk account.

Als de smaad via een medium wordt verspreid, wordt de uitgever beschouwd als de hoofdauteur (art. 42 van de wet van 1881).

Als je het slachtoffer bent van smaad in een dagblad of tijdschrift, heb je recht op weerwoord.

Voor openbare smaad met een niet-discriminerend karakter is de termijn om juridische stappen te ondernemen drie (3) maanden. De verjaringstermijn begint te lopen vanaf de dag waarop het misdrijf is gepleegd of vanaf de dag van de laatste onderzoeks- of vervolgingshandeling, indien die heeft plaatsgevonden (L. 29 juli 1881, art. 65).

De officier van justitie moet tegen de beschuldigde persoon optreden voor het verstrijken van de verjaringstermijn, hetzij door een onderzoek tegen hem te openen, hetzij door hem te dagvaarden voor de correctionele rechtbank. Anders zullen de feiten verjaren en zal de klacht worden geseponeerd.

Deze verjaringstermijn kan worden onderbroken;

  • Wanneer de verjaring wordt onderbroken, begint een nieuwe termijn van drie (3) maanden te lopen vanaf de onderbrekende handeling. De handelingen die de verjaringstermijn van 3 maanden onderbreken zijn:
  • Vóór het instellen van de vervolging: de vorderingen tot onderzoek die, ‘op straffe van nietigheid, de ophitsing, beledigingen, smaad en scheldpartijen waarvoor het onderzoek wordt bevolen, moeten articuleren en kwalificeren’ (art. 65, lid 2).
  • Zodra de vervolging is ingesteld, wordt de verjaringstermijn onderbroken op de datum van bepaalde handelingen zoals de inleidende vordering, of ‘elke handeling die de intentie van de eiser toont om de ingestelde actie voort te zetten, vormt een onderbrekende handeling’ (Cass. 1e civ., 10 okt. 2019, nr. 18-23.026).

Openbare smaad is strafbaar met een boete van 12.000 € waaraan aanvullende straffen kunnen worden toegevoegd, zoals een taakstraf of burgerschapscursus.

Niet-openbare smaad

Niet-openbare smaad betreft beweringen die tegen het slachtoffer worden geuit in afwezigheid van een derde partij, met name via telefoongesprekken of elektronische berichten (sms), of voor een beperkte kring van personen die dezelfde belangen delen, ongeacht of het slachtoffer al dan niet aanwezig is.

Maar hey, als je iemand achter z’n rug om afkraakt tegen een ander en dat onder vier ogen, dan kan de rechter je daar niet voor straffen.

Als je online iemand afkraakt op een account waar maar een paar uitgekozen mensen bij kunnen, dan is dat niet-publieke smaad.

Niet-publieke smaad is een overtreding van de eerste klasse, dat kost je 38 piek (artikel R621-1 van het Wetboek van Strafrecht).

Voor niet-publieke smaad die niet discriminerend is, heb je drie (3) maanden de tijd om naar de rechter te stappen. Die termijn begint te lopen vanaf de dag dat het gebeurde of vanaf de laatste onderzoeks- of vervolgingshandeling als die er is geweest (Wet van 29 juli 1881, artikel 65).

De officier van justitie moet tegen de beschuldigde persoon optreden voor het verstrijken van de verjaringstermijn, hetzij door een onderzoek tegen hem te openen, hetzij door hem te dagvaarden voor de correctionele rechtbank. Anders zullen de feiten verjaren en zal de klacht worden geseponeerd.

Die verjaringstermijn kan op dezelfde manier worden onderbroken als bij publieke smaad.

Discriminerende smaad

De wet van 1 juli 1972 tegen racisme heeft de perswet van 29 juli 1881 aangepast door discriminerende persdelicten toe te voegen.

De regels zijn anders als de smaad racistisch is of gebaseerd op afkomst of het (vermeende) behoren tot een bepaald ras of geloof.

Als iemand om een van die redenen specifieke dingen over het slachtoffer beweert en dat de eer van een persoon of groep aantast, is er sprake van smaad.

Bijvoorbeeld de bewering dat ‘ze kinderen maken om kinderbijslag te krijgen’ is racistische smaad tegen mensen uit de Maghreb (Hof van Beroep Aix-en-Provence, 7e kamer, 9 maart 1998).

Publieke discriminerende smaad kan bestraft worden met een (1) jaar cel en 45.000 euro boete (artikelen 32 en 65-3 van de wet van 29 juli 1881).

Niet-publieke discriminerende smaad kan bestraft worden met een boete van maximaal 1.500 euro (artikel R625-8 van het Wetboek van Strafrecht).

De verjaringstermijn is een jaar (1) vanaf de dag dat het gebeurde. Deze uitzondering staat in artikel 65-3 van de wet van 29 juli 1881:

Voor de misdrijven in de zevende en achtste alinea van artikel 24, artikel 24 bis, de tweede en derde alinea van artikel 32 en de derde en vierde alinea van artikel 33, wordt de verjaringstermijn uit artikel 65 verlengd tot een jaar. Voor deze misdrijven is de tweede alinea van artikel 65 niet van toepassing“.

Feiten die smaad kunnen rechtvaardigen

De dader van smaad kan zich op twee manieren verdedigen (Hof van Cassatie civ.1, 17 maart 2011 nr. 10-11.784):

De waarheidsexceptie

Als de dader bewijst dat wat-ie zei waar is, kan-ie vrijuit gaan vanwege de vrijheid van meningsuiting. Maar dat kan alleen onder bepaalde voorwaarden: het mag niet over iemands privéleven gaan en het bewijs moet perfect zijn en direct verband houden met wat er gezegd is (Cass. crim., 14 april 1992, nr. 87-80.411; art. 35 van de wet van 29 juli 1881).

Goede trouw

Met het beroep op goede trouw kun je de strafbaarheid van smaad wegnemen, maar daar gelden veel criteria voor, zoals: geen persoonlijke vete; het doel is bij te dragen aan een politiek, historisch, intellectueel of wetenschappelijk debat; voorzichtige en gematigde uitdrukkingswijze (Cass. crim 21 april 2020, nr. 19-81172).

Het debat van algemeen belang

Het debat van algemeen belang of ‘publiek debat’ kan ook als verdediging worden aangevoerd. Dit is een veranderlijk begrip uit de Europese rechtspraak dat breed kan worden geïnterpreteerd. Het Europese Hof heeft geoordeeld:

Zaken van algemeen belang zijn kwesties die het publiek in zo’n mate raken dat het er legitiem in geïnteresseerd kan zijn, die de aandacht trekken of aanzienlijk zorgen baren, vooral omdat ze betrekking hebben op het welzijn van burgers of het leven van de gemeenschap. Dit geldt ook voor kwesties die waarschijnlijk veel controverse zullen veroorzaken, die betrekking hebben op een belangrijk sociaal thema of die gaan over een probleem waarover het publiek geïnformeerd zou moeten worden » (Couderc en Hachette Filipacchi Associés vs. Frankrijk [GC], 10 nov. 201540454/07).

Wat te doen als je het slachtoffer bent van laster?

  • Maak screenshots van alle uitspraken; deze moeten de datum van de uitspraken tonen.
  • Bewaar de URL-link;
  • Het is mogelijk om een deurwaarder een constatering te laten doen;
  • Je kunt inhoud van het internet laten verwijderen door een verzoek in te dienen bij de auteur van de inhoud, en vervolgens bij de host van de website. Veel hosts hebben hiervoor specifieke meldingsprocedures ingesteld.
  • In geval van spoed en duidelijke schade kun je de rechter vragen om een kort geding om inhoud door de host te laten verwijderen.
  • In geval van lasterlijke uitspraken op internet kun je dit melden op Pharos.
  • Je kunt een eenvoudige klacht indienen. De persoon tegen wie de klacht is gericht, moet de auteur van de lasterlijke uitspraken zijn. Als de uitspraken echter via een medium zijn verspreid, wordt de publicatiedirecteur als verantwoordelijke beschouwd als de hoofddader. De auteur van de gewraakte uitspraken, indien verschillend, zal worden vervolgd als medeplichtige.
  • Je kunt direct een klacht indienen met burgerlijke partijstelling in geval van publieke laster.
  • Je kunt kiezen voor de procedure van rechtstreekse dagvaarding als de dader bekend is. De dagvaarding moet precies aangeven welke uitspraken worden bedoeld en onder welk strafbaar feit ze vallen, met een juridische onderbouwing van de beweringen van de klager. De rechtbank is in staat om dit werk van juridische demonstratie van het strafbare feit uit te voeren in gevallen van laster met een discriminerend karakter.
  • Je hebt de mogelijkheid om gebruik te maken van een recht op antwoord.
  • Je kunt een beroep doen op Equitas die je juridische bijstand kan verlenen.

TOEPASSELIJKE REFERENTIES

Wet nr. 72-546 van 1 juli 1972 betreffende de bestrijding van racisme; Art. 29, art. 32, 35, 65 en 65-3 van de wet van 29 juli 1881 op de persvrijheid; artikelen R621-1 en R625-8 van het Wetboek van Strafrecht; Decreet nr. 2017-1230 van 3 augustus 2017 betreffende niet-openbare aanzetting, laster en belediging van racistische of discriminerende aard

Jurisprudentie: Cass. civ.1, 17 maart nr.2011, 10-11.784; Cass. crim., 14 apr. 1992, nr. 87-80.411; Cass. crim 21 april 2020, nr.19-81172; Cass. 1re civ., 10 okt. 2019, nr. 18-23.026.

Op 4 mei 2025, tijdens de Belgische bekerfinale tussen Club Brugge en RSC Anderlecht, pleegden Brugse hooligans gewelddaden in Sint-Jans-Molenbeek en Jette. (...)
Deze woensdag heeft de bestuursrechter in Lille het besluit van de prefect van Nord om het associatiecontract tussen de particuliere moslimschool Averroès en de Franse staat te verbreken, ongeldig verklaard. (...)