Aliyah zit op een openbare middelbare school en ze moet een verplichte stage doen om de wereld van werk te ontdekken. Ze wil weten of ze haar hoofddoek mag houden.
Wat zegt de wet?
De WET nr. 2004-228 van 15 maart 2004 die, volgens het principe van secularisme, het dragen van tekens of kleding die opzichtig een religieuze overtuiging tonen in openbare lagere en middelbare scholen regelt, stelt:
“In openbare lagere en middelbare scholen is het verboden voor leerlingen om tekens of kleding te dragen waarmee ze opzichtig een religieuze overtuiging tonen” (artikel L. 141-5-1 van de Onderwijswet).
De wet is van toepassing op openbare lagere en middelbare scholen, en de circulaire van 18 mei 2004 betreffende de implementatie van de wet van 15 maart 2004 specificeert dat in middelbare scholen de wet van toepassing is op alle leerlingen, inclusief degenen die ingeschreven zijn voor post-baccalaureaat opleidingen (voorbereidende klassen voor grote scholen, hogere technische secties).
Volgens deze circulaire (art.2-2) is de wet van 15 maart 2004 van toepassing op alle activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de scholen of leraren vallen, inclusief die buiten het schoolterrein plaatsvinden, zoals schooluitstapjes, schoolreizen en lessen lichamelijke opvoeding en sport.
De bepalingen van artikel L. 141-5-1 van de Onderwijswet zijn daarentegen niet van toepassing op een leerling van een openbare onderwijsinstelling wanneer hij of zij een stage in een bedrijf of een observatieperiode in een professionele omgeving uitvoert.
Tijdens deze periode moet de stagiair namelijk de interne regels van het bedrijf volgen (artikel D. 124-4 van de Onderwijswet).
De stagiair wordt niet beschouwd als een werknemer, maar moet de regels van de gastinstelling respecteren, wat betekent dat Aliyah om haar hoofddoek te houden een privébedrijf moet kiezen dat geen neutraliteitsclausule in overeenstemming met de wet in zijn interne reglement heeft.
Als ze haar stage wil doen bij een openbare dienst of een organisatie die een openbare dienstverlening uitvoert, zou de neutraliteitsverplichting ook op haar van toepassing zijn als stagiair (Raad van State, 28/07/2017, 390740; Ombudsman, 10/01263; CA, CPAM-arrest 6 november 2011, S 10/01263-CR; Hof van Cassatie, CPAM, 19 maart 2013, 12-11.690).
Wat moet ik doen?
Als je wordt gedwongen je hoofddoek af te doen tijdens je stage terwijl het gastbedrijf je toestaat deze te houden:
- Vraag om de wettelijke basis (wettekst, circulaire, decreet, intern reglement, etc.) die rechtvaardigt dat je wordt gedwongen je hoofddoek af te doen.
- Informeer je ouders over de situatie en vraag samen met hen een afspraak met het schoolhoofd om hem/haar te herinneren aan het juridische kader.
- Je kunt de secularisme-referent van de academie, de Directeur van de departementale diensten van het Nationaal Onderwijs (DSDEN) en de Ombudsman waarschuwen.
- Als het meningsverschil blijft bestaan, kun je een beroep doen op de bemiddelaar van het nationaal onderwijs.
- Neem contact op met Equitas die je juridische ondersteuning en bijstand zal bieden.
TOEPASSELIJKE REFERENTIES
Circulaire van 18 mei 2004 betreffende de uitvoering van de wet van 15 maart 2004. Onderwijswet: artikelen L124-1 tot L124-20 (algemene principes); Onderwijswet: artikelen D124-1 tot D124-13 (toegestane en verboden soorten stages, geldigheid van stageovereenkomsten, vergoeding).