Termijnen voor het in beroep gaan tegen een uitspraak van de bestuursrechter

Als er een eerste beslissing is genomen door een bestuursrechter, kan deze onder bepaalde voorwaarden worden aangevochten. De zaak wordt dan opnieuw bekeken en beoordeeld door een administratief hof van beroep. De beroepsprocedure is dus gebaseerd op het bestaan van verschillende niveaus van rechtspraak.

Beroep is mogelijk wanneer in de beslissing staat dat deze in eerste aanleg is gedaan.

Sommige vonnissen zijn niet vatbaar voor hoger beroep, met name vonnissen die in laatste aanleg door de bestuursrechter zijn gewezen (art. R811-1 van de Code de justice administrative). De enige mogelijkheid om het vonnis aan te vechten is dan cassatieberoep bij de Raad van State. Cassatieberoep is niet bedoeld om de zaak opnieuw te laten berechten, de Raad van State controleert alleen of het recht correct is toegepast.

De partij die in beroep gaat tegen een beslissing is de ‘appellant’ en de persoon die zich in de beroepsprocedure verdedigt is de ‘geïntimeerde’.

De rechters in hoger beroep kunnen:

  • Het vonnis in eerste aanleg geheel of gedeeltelijk bevestigen;
  • Het vonnis in eerste aanleg wijzigen of vernietigen.

Het hoger beroep kan betrekking hebben op de hele beslissing of een deel ervan en is mogelijk voor alle partijen in het proces.

Om ontvankelijk te zijn, moet het beroep binnen bepaalde termijnen worden ingesteld, die verschillen afhankelijk van het soort beslissing.

De beroepstermijnen voor een bestuursrechtelijke beslissing

Tenzij anders bepaald, is de beroepstermijn twee (2) maanden vanaf de kennisgeving of betekening van het vonnis van de bestuursrechter (art. R811-2 Code de justice administrative).

Het ontbreken van een vermelding in de kennisgeving van het vonnis van een beroepstermijn van minder dan twee maanden leidt tot toepassing van de termijn van twee maanden (art. R811-3 van de Code de justice administrative).

De termijn is vijftien (15) dagen voor beschikkingen gegeven in het kader van een van de kort geding procedures (art. L523-1 C. just. adm.).

Verlenging van de beroepstermijn

De beroepstermijn wordt met één (1) maand verlengd voor de partij die in de overzeese gebieden woont terwijl de beslissing in het Europese deel van Frankrijk is genomen. Hetzelfde geldt voor beslissingen genomen in de overzeese gebieden voor personen die niet wonen in het territoriale gebied waar de bestuursrechter zijn zetel heeft (art. R421-7 van de Code de justice adm.).

Dezelfde termijn wordt met twee (2) maanden verlengd voor personen die in het buitenland wonen.

Gevolg van het beroep

Het instellen van hoger beroep heeft geen schorsende werking (art. R. 811-14 van de code de justice administrative), behalve in uitzonderingen bepaald door de wet (bijvoorbeeld: bij verkiezingsgeschillen). Dit betekent dat de betwiste beslissing moet worden uitgevoerd tot de beslissing van het administratieve hof van beroep. Het is echter mogelijk om de rechter in hoger beroep om opschorting van de uitvoering te vragen.

Inschakelen van een advocaat

Bijstand van een advocaat is in principe verplicht bij een administratief hof van beroep, tenzij het geschil betrekking heeft op ernstige overtredingen van de openbare orde.

In gevallen waar het beroep onder de Raad van State valt, is het inschakelen van een advocaat in principe optioneel. Het blijft alleen verplicht voor beroep tegen een beslissing in een kort geding over vrijheden.

Verzoek om rechtsbijstand en onderbreking van de beroepstermijn

Ongeacht welk gerecht in eerste aanleg de beslissing heeft genomen, onderbreekt een verzoek om rechtsbijstand de termijn voor het instellen van beroep (art. 43 van het decreet nr. 2020-1717 van 28 december 2020, CE, 26 juli 2006, Sté générale de la Ferme, verzoek nr. 285622). Dit betekent dat een nieuwe termijn, van dezelfde duur als de oorspronkelijke termijn, opnieuw gaat lopen vanaf de datum waarop de aanvrager van rechtsbijstand de beslissing over zijn aanvraag niet meer kan betwisten of, in geval van beroep, vanaf de datum waarop de beslissing over dit beroep aan hem is meegedeeld.

Het verzoek om rechtsbijstand moet echter bij het bureau voor rechtsbijstand worden ingediend vóór het verstrijken van de beroepstermijn.
Het recht op toegang tot de rechter sluit namelijk uit dat de beroepstermijn kan lopen zolang er niet definitief is beslist over een binnen deze termijn ingediend verzoek om rechtsbijstand (EHRM 6 okt. 2011, nr. 52124/08, Staszkow t. Frankrijk).

Andere gevallen kunnen de beroepstermijn onderbreken of opschorten, zo schort in het bestuursrecht het aanhangig maken van de verzoenings- en schadevergoedingscommissie (CCI) de beroepstermijn op (art. L. 1142-7 van de Code de la santé publique) tot het einde van de minnelijke schikkingsprocedure.

TOEPASSELIJKE REFERENTIES

Artikelen R421-1 tot R421-7 van de Code de justice administrative (beroepstermijn); artikelen R431-11 tot R431-13 van de C. just. adm. (vertegenwoordiging van partijen voor het administratief hof van beroep); artikelen R811-1 tot R811-19 van de C. just. adm. (beroepsprocedure); artikelen R921-1 tot R921-8 van de C. just. adm. (uitvoering van de beslissing); Decreet van 9 oktober 2020 betreffende het gebruik van elektronische procedures voor de Raad van State, de administratieve hoven van beroep en de administratieve rechtbanken en houdende andere bepalingen.

Decreet nr. 2020-1717 van 28 december 2020 tot uitvoering van wet nr. 91-647 van 10 juli 1991 betreffende rechtsbijstand en met betrekking tot rechtsbijstand en bijstand van een advocaat in niet-gerechtelijke procedures.

Op 4 mei 2025, tijdens de Belgische bekerfinale tussen Club Brugge en RSC Anderlecht, pleegden Brugse hooligans gewelddaden in Sint-Jans-Molenbeek en Jette. (...)
Deze woensdag heeft de bestuursrechter in Lille het besluit van de prefect van Nord om het associatiecontract tussen de particuliere moslimschool Averroès en de Franse staat te verbreken, ongeldig verklaard. (...)