Ayoub vast tijdens de ramadan. In plaats van met z’n collega’s te lunchen zoals de rest van het jaar, gebruikt hij z’n middagpauze om in z’n kantoor uit te rusten. Z’n baas verwijt ‘m dat ie zich afzondert en niet meer meedoet aan de lunches binnen het bedrijf. Kun je Ayoub verwijten dat ie vast?
Wat zegt de wet?
Vasten om religieuze redenen is onderdeel van de godsdienstvrijheid, maar in het kader van betaald werk of op school komt elk jaar de vraag op of vasten wel verenigbaar is met deze activiteiten.
Godsdienstvrijheid heeft een individuele dimensie: enerzijds de vrijheid om wel of niet in een religie te geloven volgens je geweten, en anderzijds de vrijheid om je religieuze overtuigingen te uiten. Op grondwettelijk niveau wordt de godsdienstvrijheid gewaarborgd door:
- Artikel 10 van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger van 1789,
- Alinea 5 van de Preambule van de Grondwet van 1946, waarin staat dat ‘niemand in z’n werk of baan benadeeld mag worden vanwege z’n afkomst, meningen of overtuigingen‘.
Daarom is het prima mogelijk om te vasten tijdens je werktijd.
Artikel L1121-1 van het Arbeidswetboek bepaalt: ‘Niemand mag de rechten van personen en individuele en collectieve vrijheden beperken, tenzij dit gerechtvaardigd wordt door de aard van de taak en in verhouding staat tot het nagestreefde doel‘.
Uitvoering van de arbeidsovereenkomst
Bij problemen met de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdens het vasten, kun je om een uitzonderlijke aanpassing vragen.
Dit is strikt gereguleerd afhankelijk van de aard van de functie en gebeurt op beslissing van de bedrijfsarts.
Je werkgever kan bijvoorbeeld je werktijden aanpassen, mits dit de werkorganisatie en de goede gang van zaken in het bedrijf niet belemmert.
De Gids voor religieuze kwesties in bedrijven, gepubliceerd door het Ministerie van Arbeid, herinnert er in punt 14 aan dat: ‘vasten op zich geen element is dat een onmogelijkheid aantoont om de taken uit de arbeidsovereenkomst uit te voeren; dit moet objectief worden bepaald, rekening houdend met onder meer de aard van de functie of de werktijden’.
Je werkgever kan je niet dwingen om het vasten te breken of je verbieden het te observeren. Zo’n bevel zou een beperking van je godsdienstvrijheid zijn. Hij kan je niet straffen voor het observeren ervan.
Toch moet er rekening worden gehouden met de volgende overwegingen:
De werkgever heeft het recht om rekening te houden met de gevolgen van vasten die jouw veiligheid, die van je collega’s en die van betrokken derden in gevaar kunnen brengen. Hij moet namelijk de nodige maatregelen nemen om deze veiligheid te waarborgen.
In het geval dat wordt vastgesteld dat je niet in staat bent je werk uit te voeren onder de vereiste veiligheidsomstandigheden, moet je werkgever je van je werkplek halen. Deze verwijdering is een voorzorgsmaatregel en bescherming van je gezondheid en veiligheid, en indien van toepassing, die van je collega’s en derden.
- Tijdens de niet-gewerkte periode kan je werkgever je salaris doorbetalen, maar is daartoe niet verplicht.
- Bovendien kan je werkgever overgaan tot een functiewijziging zonder dat dit een disciplinaire sanctie vormt (Cass. ass. plén., 6 jan. 2012, nr. 10-14.688).
Je hebt dus absoluut het recht om te vasten op het werk en hoewel je werkgever kan eisen dat je deelneemt aan een zakelijke lunch die deel uitmaakt van het werk waarvoor je bent aangenomen, kan hij niet eisen dat je de maaltijd nuttigt.
TOEPASSELIJKE REFERENTIES:
Artikel 10 van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger van 1789; alinea 5 van de Preambule van de Grondwet van 1946; Artikel L1121-1 van het Arbeidswetboek; Cass. ass. plén., 6 jan. 2012, nr. 10-14.688; guide_salaries_maj_janvier_2023.pdf (travail-emploi.gouv.fr)