Sirine gaat naar een dokter nadat ze een afspraak heeft gemaakt. Eenmaal in de praktijk vraagt de secretaresse haar om plaats te nemen, maar als ze aan de beurt is, weigert de dokter haar te onderzoeken als ze haar hoofddoek niet afdoet, met de opmerking dat zijn praktijk seculier is.
Sirine verlaat de praktijk en vraagt zich af hoe ze had moeten reageren.
Wat zegt de wet?
De godsdienstvrijheid van patiënten
De godsdienstvrijheid van patiënten is een fundamenteel recht dat gewaarborgd wordt door vele nationale en internationale teksten, met name artikel 1 van de Grondwet van 4 oktober 1948, artikelen 9 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, artikel 7 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en artikel 13 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Elke beperking van een fundamentele vrijheid moet gerechtvaardigd zijn door de aard van de zorg en in verhouding staan tot het nagestreefde doel.
Artikel L1110-3 van de Franse Volksgezondheidswet bepaalt dat niemand mag worden gediscrimineerd bij de toegang tot preventie of zorg.
Daarom moet elke beperking gerechtvaardigd zijn door de aard van de uit te voeren taken en in verhouding staan tot het nagestreefde doel, en zijn algemene en absolute verboden verboden.
Als dit niet het geval is, is er sprake van een verschillende behandeling van vrouwen die een hoofddoek dragen.
Het Wetboek van Strafrecht voorziet in en bestraft streng het misdrijf van religieuze discriminatie in artikel 225-1, eerste lid, en 225-2, die respectievelijk bepalen dat:
“Discriminatie is elk onderscheid dat wordt gemaakt tussen natuurlijke personen op grond van (…) hun werkelijke of vermeende (…) behoren tot een bepaalde godsdienst”
“De discriminatie omschreven in artikel 225-1 (…) gepleegd tegen een natuurlijke of rechtspersoon wordt gestraft met drie jaar gevangenisstraf en een boete van 45.000 euro wanneer zij bestaat uit:
1° Het weigeren van de levering van een goed of dienst; (…)
4° Het onderwerpen van de levering van een goed of dienst aan een voorwaarde gebaseerd op een van de in artikel 225-1 bedoelde elementen (…)
Wanneer de discriminerende weigering bedoeld in 1° wordt gepleegd op een plaats die openstaat voor het publiek of met het doel de toegang daartoe te verbieden, worden de straffen verhoogd tot vijf jaar gevangenisstraf en een boete van 75.000 euro“.
De gedragscode voor artsen
De verschillende gedragscodes voor gezondheidsberoepen (artsen, tandartsen, verloskundigen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, apothekers, enz.) voorzien ook in een beginsel van non-discriminatie en herinneren eraan dat de patiënt met waardigheid moet worden behandeld.
Respect voor de menselijke persoon betekent dat men zich correct en vriendelijk tegenover patiënten gedraagt en dat zij met waardigheid en zonder onderscheid worden behandeld. Daarom mag de beoefenaar geen patiënten discrimineren omdat zij tot een bepaalde etnische groep of godsdienst behoren, en moet de beoefenaar zich onthouden van onrespectvol gedrag.
Beroepsbeoefenaren die deze wettelijke en deontologische verplichtingen niet nakomen, kunnen disciplinaire, geldelijke en/of strafrechtelijke sancties krijgen.
De gedragscode voor artsen herinnert bijvoorbeeld in artikel R.4127-2 eraan dat: “De arts, in dienst van het individu en de volksgezondheid, zijn opdracht uitvoert met respect voor het menselijk leven, de persoon en zijn waardigheid“.
Bovendien voorziet artikel R.4127-7 van dezelfde code ook in een beginsel van non-discriminatie: ” De arts moet met hetzelfde geweten luisteren naar, onderzoeken, adviseren of behandelen van alle personen, ongeacht hun afkomst, hun zeden en hun gezinssituatie, hun behoren of niet-behoren tot een bepaalde etnische groep, natie of godsdienst, hun handicap of gezondheidstoestand, hun reputatie of de gevoelens die hij voor hen kan koesteren. Hij moet hen in alle omstandigheden bijstaan. Hij mag nooit afwijken van een correcte en attente houding tegenover de onderzochte persoon. ”
Bijgevolg kan de arts zich niet beroepen op het beginsel van secularisme om te weigeren Sirine te behandelen.
De deontologie verplicht de arts immers zorg te verlenen aan iedereen die erom vraagt en in elke situatie. Hoewel er specifieke situaties zijn waarin een arts kan weigeren om zorg te verlenen, die strikt geregeld zijn in artikel R.4127-47 van de Franse Code de la santé publique, mogen deze niet gebaseerd zijn op discriminerende gronden.
Dus:
- Elke bewezen discriminerende houding kan leiden tot disciplinaire vervolging.
- Elke discriminerende houding belemmert de toegang tot zorg en kan leiden tot het afzien van zorg, wat schadelijk is voor de patiënt en neerkomt op een weigering van zorg.
Bovendien heeft de arts in het geval van Sirine niet de nodige maatregelen genomen om de continuïteit van de zorg te waarborgen.
Wat moet ik doen?
Als je te maken krijgt met zo’n discriminatie bij een arts, hier zijn wat tips:
- Neem de opmerkingen indien mogelijk op (zonder ze te verspreiden)
- Vraag wat de reden is dat je de toegang tot zorg wordt geweigerd
- Neem contact op met de Défenseur des droits:
- Contact opnemen met de Défenseur des droits | Défenseur des Droits
- Meld de discriminatie bij de bevoegde Orde van Artsen
- Neem contact op met de directeur van het lokale ziekteverzekeringsorgaan
- Doe aangifte of een melding bij het politiebureau of de gendarmerie van je keuze
- Neem contact op met Equitas, die je hulp en bijstand kan bieden
Toepasselijke referenties:
Artikel 1 van de Grondwet van 4 oktober 1948; Artikelen 9 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens; Artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten; Artikel 7 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; Artikel 13 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Besluit van de Haute Autorité de Lutte contre les Discriminations et pour l’Égalité nr. 2008-32 van 3 maart 2008;
Artikelen 225-1 lid 1 en 225-2 van het Wetboek van Strafrecht; Gedragscode voor Artsen: artikelen R.4127-2 en R.4127-7.
Artikel L1110-3 van de Code de la Santé publique.